Verband aan leggen.

• Een kruisverband aanleggen.

Een kruisverband wordt gebruikt als fixatieverband of als drukkend verband. Gebruik een fixatie zwachtel of elastische zwachtel (van 5 tot 7cm). Leg het kruisverband bij voorkeur aan in een positie met de handrug naar boven. Een kruisverband aan de rugzijde van de hand is immers veel steviger om de hand te ondersteunen. Bij een wonde in de handpalm kan je de kruisingen ook aanleggen aan de binnenzijde van de hand.

• Een kruisverband aan de voet aanleggen.

Een kruisverband wordt gebruikt als fixatieverband of als drukkend verband. Gebruik een fixatiezwachtel of elastische zwachtel (van 7 tot 10cm).

• Een spiraalverband aanleggen.

Een spiraalverband wordt gebruikt bij een wonde of letsel aan een lidmaat. Gebruik een fixatiezwachtel voor het aanleggen van een spiraalverband. Leg een steriel kompres boven op de wonde alvorens de zwachtel aan te leggen. Werk steeds van onder de wonde naar de romp toe. Op die manier kan het bloed gemakkelijk doorheen de aders terugvloeien naar het hart.
Voor een arm gebruik je een zwachtel van 7 tot 10 cm, voor een been een zwachtel van 10 tot 15 cm breed.

• Een scharnierverband aanleggen.

Een scharnierverband wordt aangebracht rond de elleboog of rond de knie. Gebruik voor het aanleggen van een scharnierverband een elastische zwachtel of een crêpezwachtel. Voor de elleboog gebruik je best een zwachtel van 7 cm breedte, voor de knie een zwachtel van 10 cm breed.